Een belangrijke aspect om je huisdier gezond en gelukkige te houden, is het voorkomen of verspreiden van parasitaire infecties. Inwendige parasieten, zoals spoel- en lintwormen, en uitwendige parasieten, zoals vlooien en teken, brengen elk hun specifieke risico’s mee en horen op de correcte manier behandeld te worden.
Worminfecties
De meest voorkomende wormsoorten bij huisdieren zijn spoelwormen en lintwormen. Worminfecties kunnen voor diarree zorgen, maar komen echter vaak onopgemerkt voor. Voornamelijk pups en kittens zijn gevoelig, maar ook oudere dieren lopen een risico. Daarom is het belangrijk om elk dier regelmatig te ontwormen. Pups en kittens worden ideaal maandelijks ontwormt tot ze ongeveer een half jaar oud zijn. Daarna is 3-4 keer per jaar voldoende om problemen te voorkomen. De ontwormingsmiddelen bestaan in verschillende vormen. Er zijn pilletjes, pasta’s en pipetjes voor in de nek te krijgen, zodat er voor iedereen een ideale behandeling mogelijk is.
Overal waar honden en katten hun behoefte doen, kunnen wormeitjes voorkomen. Ook de mens kan deze eitjes opnemen. Met name kinderen kunnen besmet worden, bijvoorbeeld door in een slecht afgedekte zandbak te spelen. Naast het correct ontwormen is dus ook persoonlijke hygiëne van groot belang.
Vlooien
Vlooien zijn de meeste gekende parasieten. Ze veroorzaken een vervelende jeuk en kunnen ziektes overbrengen. Vlooien zijn niet diersoortspecifiek en kunnen dus zowel bij honden, katten, konijnen als kleine knaagdieren voorkomen. Bij een uitgebreide infectie kan ook de mens last ondervinden.
Sommige dieren kunnen heel hevig reageren op vlooienbeten. Bij een vlooienallergie kan zelfs een enkele vlo ervoor zorgen dat er een sterke jeukreactie ontstaat en het dier zich volledig kaal krabt, voornamelijk rond de staartbasis. Bij een allergie is bestrijding dus zeer belangrijk voor het levenscomfort van het dier.
Een andere belangrijke infectie is de kattenkrabziekte bij de mens. Een kwart van de vlooien dragen de veroorzakende bacterie Bartonella met zich mee. Bij de kat veroorzaakt deze geen symptomen. Voornamelijk jonge katjes krabben de vlooien uit hun vacht, waardoor deze bacterie onder hun nagels terecht komen en in hun mond. Bij een toevallige krabbel, een beet of het likken van een klein wondje wordt de bacterie vervolgens aan de mens overgedragen. Hierdoor kan een ontsteking van de lymfeklieren ontstaan.
Lintwormen en vlooien zijn onafscheidelijk met elkaar verbonden. De vlo draagt de wormeitjes met zich mee. Als er ‘rijstkorreltjes’ te zien zijn in het haar rond de anus, is zowel ontworming als ontvlooiing nodig!
Voor de ideale behandeling is het belangrijk om de levenscyclus van de vlo te kennen. Slechts 5% van de tijd bevinden de vlooien zich op het dier. De rest van de levenscyclus speelt zich af in de leefomgeving van het dier, voornamelijk om slaapplaatsen. Daarom is het belangrijk om niet enkel het dier te behandelen, maar ook de omgeving. Het dier kan behandeld worden met een pipetje in de nek of een pilletje, of kan een vlooienbandje dragen. Voor de omgeving is het belangrijk om alle dekens te wassen en grondig te stofzuigen. Bij een uitgebreide infectie kan ook een omgevingsspray gebruikt worden.
Controleer voor het toedienen van een pipetje bij de kat ook zeker dat het specifiek voor katten bedoeld is. Bepaalde producten voor honden bevatten namelijk de stof permethrine, wat voor katten bijzonder toxisch is!
Teken
Naast vlooien, zijn teken één van de meest gekende uitwendige parasieten. Ze komen voor in struiken en grashalmen en wachten op een voorbijganger om een bloedmaaltijd te nemen. Teken zijn voornamelijk actief in de lente en de herfst, maar door de warme winters zijn ze tegenwoordig het hele jaar door te vinden.
Tekenbeten zorgen voor irritatie, kleine wondjes en ontstekingen van de huid. Bij een ernstige infectie (zeker bij pups en kittens) kunnen ze ook bloedarmoede veroorzaken. Een groter probleem is dat ze dragers kunnen zijn van gevaarlijke ziektes. Het bekendste voorbeeld hiervan is de ziekte van Lyme bij de mens, veroorzaakt door de bacterie Borrelia burgdorferi. Een andere ziekte die kan overgedragen worden is babesiose, een bloedparasiet. Deze parasiet komt voornamelijk voor in Zuid-Europa, dus een tekenbehandeling vlak voor of na een reis is zeker aangewezen.
Niet elke tekenbeet leidt echter tot een besmetting, aangezien niet alle teken drager zijn van ziekteverwekkers. Bovendien duurt het vaak 24-48 uur na het vasthechten van de teek voordat bacteriën in de bloedbaan terecht komen. Tijdig verwijderen van een teek is dus zeer belangrijk!
Bij het verwijderen van een teek wordt liever geen alcohol, ether of iets dergelijks gebruikt om de teek te ‘verdoven’. Door de shock kan de teek de eventueel geïnfecteerde maaginhoud hierdoor namelijk juist wel in de bloedbaan brengen. Een teek verwijder je het best met een tangetje of pincet. Hierbij hoeft geen draaiende beweging gemaakt te worden, recht naar boven trekken zorgt voor de beste resultaten. Na het verwijderen kan de beetplaats ontsmet worden met wat alcohol of isobetadine.
Aangezien teken verwijderen best een lastig proces is, is preventie zeker van belang. Er bestaan tekenbandjes, pilletjes en pipetjes. Vaak zijn dit middelen die zowel vlooien als teken bestrijden.
Oormijt
Katten, en af en toe eens honden, durven wel eens last te hebben van oormijten. Deze kleine parasieten leven in de gehoorgang en zorgen voor een vervelende jeuk en geur. De katten gaan aan de oren krabben, houden hun hoofd vaak wat scheef en er is een grote hoeveelheid zwart, stinkend oorsmeer te zien.
De kleine mijten kunnen via de microscoop opgespoord worden. De behandeling bestaat uit het toedienen van een pipetje in de nek. Dit moet na vier weken nog eens herhaald worden. Ook alle andere dieren in huis moeten behandeld worden, oormijt is zeer besmettelijk en hardnekkig beestje!